Motor unit NS C 8553* van the Stichting Het Nederlands Spoorwegmuseum (SpM)

* = Het elektrisch tussenrijtuig is dienstvaardig.

Rijtuig C 8553 is dus geen motorrijtuig, maar een elektrisch tussenrijtuig. Zie voor een algemene beschrijving van de blokkendozen het gestelde bij elektrisch motorrijtuig BD 9107 (mBD) van het Spoorwegmuseum.

Het voor de lijn Amsterdam CS - Alkmaar in 1931 in dienst gestelde elektrische materieel week op een aantal punten af van het materieel type 1924 uit de jaren '24 - '29. Aan de buitenzijde was zichtbaar dat het houten dak was vervangen door een dak van staalplaat, waarbij dit wat verder over de kopwanden en vouwbalgen was doorgetrokken. De korfbuffers waren vervangen door ringveerbuffers met een grotere diameter. De Duitse vouwbalgen waren vervangen door het Hongaarse type en de zwanenhalsdraaistellen waren vervangen door nieuw ontwikkelde exemplaren met een onder de aspotten doorlopend onderjuk. Inwendig waren de rugschotten hoger en waren de bagagerekken vergroot, waarbij het visnet was vervangen door metaaldraadgaas. De betimmering was nu ook in de 3e klasse uitgevoerd in teakhout met berkenhouten panelen.

Tussenrijtuig C 8553 (Cec) was zo'n rijtuig voor de elektrische dienst tussen Amsterdam en Alkmaar. Het maakte deel uit van de serie identieke rijtuigen C 8538 - 8555. Tijdens de 2e wereldoorlog werd de C 8553 in 1944/'45 naar Duitsland weggevoerd. In 1945 kwam het in redelijke staat terug. Na een opknapbeurt werd het in 1946 weer in dienst gesteld.

Wegens de instroom van modern materieel werd een deel van het economisch verouderde blokkendoosmaterieel verbouwd tot getrokken rijtuig voor de dienst achter elektrische locomotieven. De C 8553 (Cec) werd nu B 5712 (B), waarbij het interieur ongewijzigd bleef. In 1956 werd de toenmalige 1e klasse opgeheven, waarna de oude 2e klasse 1e klasse werd, en de oude 3e klasse 2e klasse 'nieuwe stijl'.

De NV Koninklijke Hoogovens en Staalfabrieken (KNHS) kocht het rijtuig in 1973 en stelde het met het nummer 76104 in dienst in haar door een stoomlocomotief getrokken excursietrein.

In 1986 waren de rijtuigen van de excursietrein aan een grote revisie toe, waartoe de stoomclub van de Hoogovens zich niet in staat achtte.

De uit 5 blokkendozen bestaande excursietrein werd toen aan het Spoorwegmuseum geschonken. Daarvan werd er een geschonken aan de Stoomtrein Goes - Borsele, twee werden gesloopt voor het leveren van onderdelen voor de huidige museumtrein Mat'24 en voor de C 9002 'Jaap', het vierde rijtuig werd als restaurant geplaatst  bij de bouwput voor de Willemsspoortunnel in Rotterdam, en het vijfde werd in 1993 - 1994 weer ingericht als elektrisch tussenrijtuig C 8553 (Cecr) voor het Spoorwegmuseum. Het werd daarbij tevens voorzien van een restauratie-afdeling en een keuken. Bij ritten met de rijvaardige 3-wagentrein Mat '24 wordt dit rijtuig met bar door het publiek hogelijk gewaardeerd.

In november 2011 gingen de BD 9107 en barrijtuig C 8553 voor loopwerkrevisie naar de werkplaats van NedTrain te Haarlem. De feitelijke revisie van de draaistellen vond plaats bij Reussling te Hattingen (Duitsland), waarbij onder meer alle draagveren werden vervangen. In december 2012 werd de complete trein na een succesvolle proefrit op het openbare spoorwegnet opnieuw voor de dienst goedgekeurd.

Wegens groot onderhoud is de blokkendoostrein tijdelijk buiten dienst.

C = 3e klasse
e = elektrisch tussenrijtuig
c = voorzien van (water)closet
r = voorzien van restauratie-afdeling

(BS rev 5/10'15)