Triebwagen NS mP 9204 van das Stichting Het Nederlands Spoorwegmuseum (SpM)
Antriebsart | Elektrisch |
---|---|
Hersteller | Fa J.J. Beijnes, Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens, Haarlem |
Typ | mP |
Baujahr | 1926 |
Spurweite | 1435 mm |
Standort | Amersfoort |
Betriebsfähigkeit. | nee |
Status NRR | B |
Gewicht | 60.000 ton |
Länge über die Puffer | 19,8 m |
Achsfolge | Bo'Bo' |
Leistung | 900 PS (661,5 kW) |
Höchstgeschwindigkeit | 100 km/h |
Antrieb |
|
Historischen Nummer | zie onderstaande lijst |
This text is not yet available in English
Motorrijtuig BD 9006 van het type Mat '24 werd in 1926 gebouwd voor de dienst op de 'Oude lijn' Amsterdam - Haarlem - Rotterdam. Deze lijn zou in 1927 met 1500 Volt gelijkspanning worden geëlektrificeerd. De 'ZHE-lijn' Rotterdam Hofplein - Den Haag HS - Scheveningen Kurhaus was al in 1908 elektrisch geworden, maar met 10.000 Volt wisselstroom. NS gaf de voorkeur aan gelijkstroom omdat de ervaringen met wisselstroom zo positief waren en omdat er meer vermogen per rijtuig ingebouwd kon worden. Daarom zou het voor de ZHE-lijn gebouwde materieel ook voor gelijkstroom verbouwd worden. Na een reeks nachtelijke verbouwingen en proefnemingen kon op 1 april 1926 de bovenleiding tussen Rotterdam Hofplein en Scheveningen definitief van wisselstroom op gelijkstroom worden omgezet. De ZHE-rijtuigen gingen toen buiten dienst om voorzien te worden van gelijkstroominstallaties, en de al aanwezige blokkendozen (Mat '24) werden tijdelijk in dienst gesteld op de ZHE-lijn. Onze BD 9006 hoorde hier ook bij.
In 1930 werden de motorrituigen van de serie BD 9001 - 9030 vernummerd in BD 9101 - 9130. Door de vijf series motorrijtuigen in aparte nummerseries onder te brengen werd de administratie vereenvoudigd. BD 9006 werd dus BD 9106.
In 1945 na de oorlog werd de BD 9106 voor herstel van een ernstig beschadigd interieur bij Werkspoor in Utrecht aangetroffen. Er was al in de oorlog besloten om de 2e-klasse motorrijtuigen tot 3e klasse te verbouwen, wat bij dit rijtuig meteen werd uitgevoerd. BD 9106 werd toen CD 9106.
In 1955 werd begonnen het meeste elektrische materieel type '24 te verbouwen tot getrokken rijtuig, behalve de BD's en CD's die motorpostrijtuig zouden worden. Zo werd de CD 9106 in 1957 verbouwd tot mP 9204, bruin geschilderd en voorzien van een lichtgele sierband. Toen er geheel nieuwe motorpostrijtuigen waren besteld en afgeleverd ging de mP 9204 in 1966 uit dienst.
De Dienst van Materieel en Werkplaatsen bereidde zich in 1968 voor op de invoering van o.a. vermogenselectronica en luchtvering voor toepassing in het nieuwste materieel. Voor de te houden proefnemingen werden drie blokkendoos-mP's verbouwd. Eén werd voorzien van een thyristor-tractieinstallatie met behoud van de oorspronkelijke weerstandsinstallatie; van een tweede werd de stuurstroom-installatie gewijzigd voor 100 Volt om te kunnen samenwerken met het eerste rijtuig en het derde rijtuig werd voorzien van draaistellen met luchtvering, waarbij de tractie-installatie geheel werd verwijderd. De mP 9204 kreeg de thyristorinstallatie en werd vernummerd in 978 2 812.
Al in 1969 werd een ander 'computernummer' toegekend: 978 1 802. In het hetzelfde jaar kregen de drie proefrijtuigen naar aanleiding van de toen populaire en gelijknamige film en bij wijze van aprilgrap, namen: Jim, Jules en Cathérine. De ex mP 9204 kreeg de naam "Jules", De namen werden inderdaad op de rijtuigen geschilderd en gingen hun actieve leven lang mee. De proefnemingen leidden tot de indienststelling van de eerste generatie Sprinters, alle treinstellen met luchtvering en twee met thyristorinstallaties. De 'Jules' verloor zijn thyristors toen. Die gingen als reserve dienen voor de Sprinters.
Met zijn oude weerstandsinstallatie ging de 'Jules' over naar de Dienst van het Seinwezen, waar hij na de inbouw van de nodige meetapparatuur dienst ging doen als inspectievoertuig voor de ATB (Automatische Trein-Beïnvloeding). Uiteraard werd weer een nieuw nummer toegekend: 978 1 601. Bij deze gelegenheid werd het rijtuig geel geschilderd met enkele donkerblauwe accenten. Later werden ook veldsterktemeters voor de Telerail ingebouwd ter controle van de communicatie met de verkeersleidingposten.
In 1998 werd een 'nieuw' motorpostrijtuig tot meetrijtuig verbouwd, waarbij de oude 'Jules' zijn taken verloor. De Stibans zorgde er voor dat het rijtuig bewaard bleef. Overeengekomen werd dat de Stibans de gehele carosserie verwierf en het Spoorwegmuseum de elektrische installatie.
In 2009 kreeg Herik Rail te Amersfoort het voertuig in bezit, behalve de elektrische installatie. Dit duurde tot 2014, toen 'De Rijtuigloods' de nieuwe eigenaar van het casco werd. Het staat nu achter het 'Centraal Ketelhuis' op het voormalige werkplaatsterrein in Amersfoort.
De "Jules" is niet meer rijvaardig. De wielstellen zijn afgekeurd, de draaistellen incompleet en de elektrische installatie dient nog steeds als onderdelenleverancier voor de blokkendozen van het Spoorwegmuseum. Niettemin is die installatie nog vrijwel compleet. Alleen hangt de compressor nu onder de BD 9107 van het Spoorwegmuseum.
Blokkendozen werden vaak vernummerd. Voor dit rijtuig verliep dit als volgt:
1926 BD 9007
1930 BD 9107
1945 CD 9107
1957 mP 9204, buiten dienst 1966
1968 30 84-978 2 812-6
1969 30 84-978 1 802-8, "Jules"
1976 80 84-978 1 601-3, "Jules"
1998 Stibans: mP 9204
2009 Herik Rail te Amersfoort
2014 De Rijtuigloods, Amersfoort
[BS '170406]
Daten verwalted durch:
Thom Geerdink, email: Thom.Geerdink(a)ziggo.nl
Ersetzen Sie (a) durch @, dies ist aus Spamschutzgründen erforderlich.