Treinstel NS 41* van Stichting Het Nederlands Spoorwegmuseum (SpM)
Naam | Blauwe Engel |
---|---|
Tractievorm | Diesel-elektrisch |
Fabrikant | NV Allan & Co's Koninklijke Nederlandsche Fabrieken van Meubelen en Spoorwegmaterieel, Rotterdam |
Type | DE-1, serie 21 - 50 |
Bouwjaar | 1954 |
Spoorwijdte | 1435 mm |
Standplaats | Utrecht Maliebaan |
Bedrijfswaardig | nee, in revisie |
Status NRR | A |
Gewicht | 57 ton |
Lengte o/b | 27,050 m |
Asindeling | Bo'Bo' de |
Tractiedetails |
Motor: 2 x AEC type A220 |
Oorspr.eigenaars | Nederlandse Spoorwegen |
bijnaam: "Blauwe Engel"
* = Het motorrijtuig is dienstvaardig.
Deze motorrijtuigen kregen spoedig de bijnaam 'Blauwe Engel', omdat ze de redders van een aantal lokaalspoorwegen waren toen deze wegens onrendabiliteit opgeheven dreigden te worden; omdat ze een bijzondere blauwe kleur hadden; omdat ze voorzien waren van grote aluminium vleugels op de rijtuigkoppen; en omdat in die tijd de film "Der blaue Engel" van Marlene Dietrich speelde.
De treinen deden voornamelijk dienst op de lokaalspoorwegen van Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland en Limburg.
De 41 kwam op 15 november 1954 vanuit de Rotterdamse Allan-fabriek in dienst, voorzien van 73 zitplaatsen, waarvan 8 voor een zeer eenvoudige 1e klasse.
Het motorrijtuig leidde een rustig bestaan zonder schade van enige omvang. Van 14 mei tot en met 29 mei 1958 kwam was het stel in Haarlem voor een kleine revisie. De grote revisie werd van 26 augustus tot en met 17 oktober 1960 uitgevoerd om weer gevolgd te worden voor een kleine revisie van 2 november tot en met 3 december 1964.
Vanaf 1960 werden de Blauwe Engelen rood geschilderd met gele biezen.
Om dienst te kunnen doen op de Duitse grensbaanvakken moest het stel voorzien worden van Indusi, de Duitse versie van onze ATB, die werd ingebouwd op 23 mei 1966. Vreemd genoeg werd de ATB-installatie bij NS wel voorbereid bij Werkspoor van 21 mei tot en met 11 juni 1968, maar het syteem zelf werd nimmer in gebruik genomen.
Op 14 mei 1969 bestond trein 838 Maastricht - Zandvoort uit de treinstellen 690+270+258 die tot Haarlem de 41 op sleeptouw namen omdat de 41 op 16 mei zijn grote revisie moest ondergaan. Deze duurde tot en met 11 juli 1969. Hierbij werd het rijtuig tevens van zogenaamde 'ribbelbanken' voorzien.
Van 10 juni tot en met 23 juli 1974 onderging de 41 nog een kleine revisie waarna het stel gedurende 8 jaar het zonder revisie moest volbrengen, net als zijn andere Limburgse collega's. Door de komst van de verbouwde DE2-en naar het zuiden werden de 11 motorwagens daar verdreven en per zomerdienst 1982 vanuit Zwolle ingezet. In de nacht van 20 op 21 april 1982 kwam de 41, samen met de 39+40+47+48+49 vanuit Maastricht naar Zwolle (enkele nachten later gevolgd door de 42+45+50).
Per april 1983 was de 41 de enige uit deze groep die overbleef, omdat ze (samen met de 22) van 8 juni t/m 15 juli 1982 nog een opknapbeurt had gehad. Op 2 juni 1985 viel uiteindelijk het doek voor de 41 na al vanaf 23 mei 1985 stil te hebben gestaan, en ging de motorwagen op instigatie van de Stibans over naar het historisch bestand. In 1987 werd de 41 aan het Spoorwegmuseum overgedragen.
In 1995 werd begonnen met de algehele restauratie, waarna de 41 op 15 februari 1996 definitief weer in het Spoorwegmuseum kwam.
Sinds januari 2009 is begonnen met het inbouwen van vereenvoudigde ATB (ATBe). In november is dit project dat als enige in eigen beheer werd uitgevoerd, gereed gekomen. Het inzetcertificaat werd in januari 2011 ontvangen, waarmee al het rijvaardige materieel weer dienstvaardig is en door de Inspectie Verkeer & Waterstaat (IVW) geschikt bevonden is om op eigen kracht door het land te rijden.
De 41 doet regelmatig dienst in de Heimwee Expres.
(23/9'15 BS)
Data beheerd door:
Thom Geerdink, email: Thom.Geerdink(a)ziggo.nl
Vervang (a) door @, dit is een antispam maatregel.