Loc HSM 89 van Stichting Het Nederlands Spoorwegmuseum (SpM)
Naam | NESTOR |
---|---|
Tractievorm | Stoom |
Fabrikant | A. Borsig, Berlin-Tegel (D) |
Type | Sneltreinlocomotief, HSM-serie EOS - JORDAENS, NS-serie 1001 - 1029, 'Tiender', NS-soortmerk P2, 1Bn2-3T9 |
Fabrieksnummer | 3730 |
Bouwjaar | 1879, in dienst 1880 |
Spoorwijdte | 1435 mm |
Standplaats | Utrecht Maliebaan |
Bedrijfswaardig | nee |
Status NRR | A |
Gewicht | loc 38,8 ton + tender 25,1 ton = 63,9 ton |
Lengte o/b | loc 8,26 m + tender 5,90 m = 14,16 m |
Asindeling | 1'B |
Max. snelheid | 90 km/h |
Tractiedetails |
watervoorraad: 9 m³ |
Oorspr.eigenaars | 1880: Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM) 1921: Nederlandsche Spoorwegen (NS) |
Hist. nummers | 1880: 'NESTOR' (HSM 89) 1921: NS 1010 |
Bij de HIJSM (of HSM) hadden alle tot 1889 gebouwde locomotieven een naam. Dat gold ook voor deze serie van 29 locomotieven: 'EOS - JORDAENS'. Nummers hadden alleen een administratieve functie en werden voor alle locomotieven in volgorde van indienststelling toegekend. Voor de locomotieven van dit type werden dat de nummers 74 - 82, 89 - 98 en 116 - 125. Locomotief 'NESTOR' kreeg het nummer 89.
De HSM bestelde de locomotieven i.v.m. de uitbreiding van haar net met de lijnen Zutphen - Winterswijk en Amsterdam - Zaandam. Ze reden de sneltreinen over de hoofdlijnen van de HSM, totdat.sterkere locomotieven beschikbaar kwamen. Ze werden toen verbannen naar de personentreindienst.
De stoomspanning bedroeg 10 atm, wat de bijnaam 'Tienders' verklaart. Hat waren de eerste locomotieven die vanaf de fabriek van het doorgaande Westinghouse-remsysteem werden voorzien. Daarmee waren ze bij uitstek geschikt voor de sneltreindienst.
Bij NS werden de locomotieven in 1921 in een doorlopende serie vernummerd: NS 1001 - 1029. De namen verdwenen. De 'NESTOR' werd NS 1010.
Aan het eind van hun leven reden ze nog slechts in de rangeerdienst.
De NS 1010 werd in 1939 buiten dienst gesteld en voor het Spoorwegmuseum bewaard.
Aan het eind van de 2e wereldoorlog werd zij door de terugtrekkende Duitsers in Maastricht zwaar beschadigd.
Zij werd uiteindelijk op het tractiedepot van Roosendaal geheel hersteld en in oorspronkelijke toestand teruggebracht. In 1964 arriveerde de 'NESTOR' in het Spoorwegmuseum en reed daarbij de laatste meters op eigen kracht. De locomotief was daarvoor echter niet op stoom gebracht, maar de ketel was met druklucht gevuld, afkomstig uit het hoofdreservoir van de begeleidende diesellocomotief.
(corr BS 10/5'13)
literatuur o.a.:
- Onze Nederlandse Stoomlocomotieven - H. Waldorp - uitg: De Alk bv 1981
- De Nederlandse Stoomlocomotieven - R.C. Statius Muller e.a. - uitg: De Alk BV 2005
Data beheerd door:
Thom Geerdink, email: Thom.Geerdink(a)ziggo.nl
Vervang (a) door @, dit is een antispam maatregel.