Topobjecten van Stichting Stoomtrein Goes Borsele

Loc 3 'Bison', gebouwd in 1928 bij La Meuse in België, onder fabrieksnummer 3292. De loc heeft dienst gedaan bij de Oranje Nassaumijnen, onder voertuignummer ON14. Sinds 1974? is de Bison bij de SGB in bedrijf. Na enkele verschillende kleurstellingen gewisseld te hebben, en een revisie bij BW Meiningen (D), rijdt de Bison alweer enige jaren rond in de op de foto zichtbare 'Bison-rode' kleurstelling. In het winter-/ onderhoudsseizoen 2009/2010 zal de Bison haar rode kleurstelling gaan verruilen voor een nieuwe kleurstelling, onbekend is nog welke kleurstelling het definitief gaat worden. Ook is men druk doende om stapje voor stapje de Bison terug naar de originele toestand terug te verbouwen, hiermee worden de wijzigingen van de ON ongedaan gemaakt, een van die wijzigingen is de kolentender aan de achterzijde van de loc, die dan verwijderd zal worden ergens in de nabije toekomst.

Deze drie-assige rangeerloc in 1924 gebouwd bij Krupp te Essen (D), werd pas in 1934 verkocht aan de Laura en Vereniging. Daar heeft ze tot 1973 dienst gedaan als 'Julia 3' en onder het nummer LV9. In 1973 is ze verkocht aan de toenmalige Stoomtram Goes-Borsele (SGB), alwaar ze daar in dienst kwam als Loc 6 'Laura'. In 1999 kreeg ze een grote revisie en werd bij de Stoomtrein Goes-Borsele weer in dienst gesteld als Loc 2 'Borsele'. Onlangs werd keteldruk van de loc verhoogd van 12 kg/cm2 naar 14 kg/cm2. Aan het uiterlijk werd er tijdens het onderhoudsseizoen 2007/2008 van de loc iets aangepast. De rode wielen zijn nu net als het frame zwart geworden, met blankstalen wielbanden en drijfwerk.

Dit rijtuig zag voor het eerst het licht aan het einde van de fabriekshal in het jaar 1931 en werd gebouwd door Westwaggon (D) voor rekening van de Nederlandsche Spoorwegen (NS). De NS nam het in het materieelpark op als AB 7216, als onderdeel van de rijtuigserie AB 7201 – AB 7221. De ovale vorm van de ramen aan de einden van de zijwanden, leverde de rijtuigen de bijnaam ‘ovale ramenrijtuig’ op. De AB 7216 werd diverse malen vernummerd en ook de klasseaanduiding wijzigde: van AB 7216 werd het rijtuig achtereenvolgens A 7216 (1956), B 7196 (1958/1959), B 6169 (1961) om in januari 1970 zijn carrière in de reizigersdienst bij de NS te beëindigen. Maar die carrière was nog niet ten einde, het rijtuig ging dienst doen als onderkomen voor een schoonmaakbedrijf in Heerlen en in 1974 kreeg het nogmaals een ander nummer: 30 84 984 0 503-X. In 1979 ging het over naar de SGB en werd daar A 138. Na een grote restauratie gaat het rijtuig weer door het leven als AB 7216, en ziet het er weer uit zoals het in 1931 uit de fabriek kwam rijden.

Deze locomotief begon haar carriere bij de USATC (United States Army Transportation Corps) onder het registratienummer 4389.  De machine, gebouwd bij de firma Davenport in Amerika, kwam met het Amerikaanse leger na D-Day naar het europese Vaste Land, ter ondersteuning van de troepen en materieelverplaatsingen bij de bevrijding van europa. Na de bevrijding is ze via een Leegerdump,  in 1947 overgenomen door de Oranje Nassaumijnen, en als ON 26 haar spoorse carriere voortgezet. Bij de mijnen werd ze ingezet bij de diverse rangeerwerkzaamheden te Heerlen. In de jaren '70 is de ON26 door de SGB overgenomen, om nogmaals haar spoorse carriere voort te gaan zetten met het trekken van museumtreinen. In 2012/2013 heeft de loc een grote revisie gekregen en is nu weer terug in dienst, hierbij is het uiterlijk zoveel mogelijk teruggebracht naar de staat zoals ze bij de USATC dienst gedaan heeft. Hierbij heeft ze een nieuwe in Nederland gefabriceerde ketel gekregen.